Chris Matser – Burgemeester van Arnhem van 1945 tot 1969

Een zwaar beschadigd Arnhem stond na de oorlog voor de grote opgave de stad weer bewoonbaar te maken. Symbool van deze wederopbouw werd de nieuwe burgemeester Chris Matser.

 

Metselaarszoon uit Klarendal

Metselaarszoon Matser werd in 1904 geboren in Klarendal. Vader Matser was actief in de katholieke vakbeweging. Een inspiratie voor zijn zoon, die lid werd van de Rooms-Katholieke Staatspartij. In 1931 werd Chris Matser gekozen tot lid van de Arnhemse gemeenteraad, waarna hij in 1935 werd gekozen tot wethouder van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Personele zaken. Ook tijdens de Duitse bezetting probeerde Matser zijn taken als wethouder langs de zijlijn uit te oefenen. Daarnaast nam hij destijds deel aan het verzet. Tijdens de Slag om Arnhem werd Matser aangehouden, maar hij wist te ontsnappen en onder te duiken in Bennekom. Vanuit Bennekom vormde hij het Comité Veluwezoon, dat werkte aan de wederopbouw van de zwaar getroffen Veluwezoom van Arnhem tot Rhenen. Na de bevrijding werd Matser in 1945 waarnemend burgemeester van Arnhem, waarna in 1946 een definitieve benoeming volgde.

Matser Damcircuit 1954 GA B 3670 3

 

Burgemeester van de wederopbouw

Matser bleek een onvermoeibare ‘burgemeester in hemdsmouwen’. Elk jaar opende hij wel iets nieuws, zoals in 1954 het hernieuwde Damcircuit met de ‘Berenkuil’. Matser zocht de publiciteit op om de problemen van zijn stad onder de aandacht te brengen en zo zijn stad er weer bovenop te krijgen.

In de wederopbouwplannen volgde hij de ideeën van zijn directeur Gemeentewerken, J.P. van Muilwijk. De wederopbouw ging verder dan het herstellen van oorlogsschade. Van Muilwijk greep de wederopbouw aan om de binnenstad en de oude wijken te saneren, de verkeerssituatie te verbeteren en de industrie te verplaatsen. Opbouw en sloop gingen hand in hand. Het Haagje van het Oosten onderging een metamorfose. Het vernieuwde Stationsplein, de doorsteek Looierstraat, het gebied rondom het Kerkplein, het Velperplein, de trolleys, het Gele Rijdersplein en de Markt met het in 1954 geopende Huis der Provincie waren hier de zichtbare bewijzen van.

In de wederopbouwjaren is mede door inzet van Matser de Sonsbeek-tentoonstelling georganiseerd. De eerste internationale beeldententoonstelling in Europa, Sonsbeek ’49, werd geboren uit de wens herstel te bieden voor de geleden fysieke, economische en emotionele schade na een vernietigende oorlog. En was mede bedoeld om Arnhem met kunst in de publieke ruimte op de kaart te zetten. De tentoonstelling steeg boven alle verwachtingen uit: zo’n 125.000 mensen brachten een bezoek aan het park. In 2021 vond de 12e editie plaats.

Na de vernietigende oorlogsjaren werd de ergste woningnood bestreden met nieuwe wijken als Presikhaaf en Malburgen. Er heerste tevredenheid over het vernieuwde Arnhem met zijn ruime centrum en de fraaie buitenwijken. Arnhem had de lessen van de moderne stedenbouw ter harte genomen en was dankzij het Arnhemse stadsplan een schoolvoorbeeld van een ‘well planned city’ geworden. De wederopbouwfase werd in 1964 symbolisch afgesloten met de (eerste) restauratie, eigenlijk meer een reconstructie, van de Grote Eusebiuskerk.

 

Het nieuwe Stadhuis

Het Stadhuis werd later opgeknapt. Na al het oorlogsgeweld stond alleen het Duivelshuis nog overeind. De diensten van de gemeente werden daarom na de oorlog verspreid over de stad. In 1953 werd namens het gemeentebestuur een prijsvraag uitgezet voor het ontwerp van een nieuw stadhuis. Uit de 77 inzendingen werden drie architecten uitgekozen die hun plan verder konden uitwerken. Pas in 1959 koos de jury voor het ontwerp ‘Spazio’ van J.J. Konijnenburg. De eerste steen werd in 1964 gelegd, in 1968 werd het Stadhuis officieel in gebruik genomen. Inmiddels is het Stadhuis van Arnhem een gemeentelijk monument.

Het Duivelshuis bleef onderdeel van het Stadhuis. Elke aftredende burgemeester laat een eigen glas-in-loodraam vervaardigen voor de burgemeesterskamer in het Duivelshuis. Burgemeester Matser droeg zijn raam, eind jaren 60, op aan de wederopbouw van de stad. Op het raam is te zien hoe een verwoeste stad als een Phoenix uit haar as herrijst.

Foto: Rinus Baak

 

Over de kunstenaar

Johan van Zweden (1896-1975) is een belangrijke en bekende Arnhemse kunstenaar. In zijn begin jaren schildert hij veel. Later maakt hij ook beeldhouwkunst. Hij komt uit de omgeving van Groningen en is door zijn huwelijk in de jaren ’20 in Arnhem terecht gekomen. Johan van Zweden heeft lesgegeven aan de Rietveld Academie. Zijn opleiding als beeldhouwer heeft hij gevolgd in Arnhem op de voorloper van ArtEZ in Arnhem. Later heeft hij daar ook lesgegeven.